Fair Principle 7: De contractuele voorwaarden moeten de klanten in staat stellen gebruik te maken van vooruitstrevende of innoverende technologieën en gebruiksmodellen.
Fair Principle 7: De contractuele voorwaarden moeten de klanten in staat stellen gebruik te maken van vooruitstrevende of innoverende technologieën en gebruiksmodellen.
Zakelijke gebruikersverenigingen Beltug, Voice, Cigref en CIO Platform Nederland pleiten voor een evenwichtige cloudmarkt: 11 ‘fair principles’ om het digitale potentieel van Europa te ontketenen. ‘Fair Principle’ 7 vereist dat de contractuele voorwaarden de klanten in staat moeten stellen gebruik te maken van vooruitstrevende of innoverende technologieën en gebruiksmodellen.
Dankzij cloud computing, software-as-a-service en andere concepten zorgen digitale technologieën ervoor dat gegevens als een nutsvoorziening ter beschikking van de gebruiker kunnen worden gesteld. Een bedrijfsmodel dat we al jaren kennen van de "traditionele" nutsbedrijven zoals water, gas en elektriciteit.
De contractuele voorwaarden van deze traditionele nutsbedrijven zijn vrij eenvoudig omdat alles draait om een duidelijke meting van het gebruik uitgedrukt in m³ voor water en kWh voor gas en elektriciteit. Bij een digitale nutsvoorziening zoals data is het echter complexer omdat de stroom tweerichtingsverkeer is tussen aanbieder en consument terwijl de verschillende fasen (verwerking, opslag en transport van data) voortdurend in beweging zijn. Bovendien blijven de kosten van verwerking (uitgedrukt in FLOPS of MIPS), van opslag (in Gbyte) en van transport (in Mbps) dalen.
Software gebruiksvoorwaarden zijn altijd gebaseerd op onderliggende technologieën. Maar wanneer de onderliggende technologieën sneller vooruitgaan dan de gebruiksvoorwaarden van de software, ontstaat er een breuk tussen het gebruik, dat nu gebaseerd is op de geavanceerde technologie, en de software gebruiksvoorwaarden. De software gebruiksvoorwaarden en de daaraan verbonden prijzen verwijzen nog steeds naar een oud concept van berekening van de vereiste rechten, terwijl de nieuwe technologie een ander concept heeft ontwikkeld. Verkopers gebruiken de voorwaarden in hun voordeel indien zij zo kunnen worden geïnterpreteerd dat de klant een incrementele investering nodig heeft om dezelfde functionaliteit te dekken, terwijl de technologie een beter gebruik mogelijk maakt. In plaats van kostenverlagingen mogelijk te maken, gebruiken softwareleveranciers dus nieuwe technologieën om de klant meer te laten betalen. Dit is alleen mogelijk door de lock-in die de klanten ervaren.
Daarom luidt ons 7e beginsel als volgt: software gebruiksvoorwaarden moeten binnen een redelijke termijn regels opnemen die het voordeel van de technologische vooruitgang doorgeven aan de klant. Een fijnmaziger en efficiënter beheer van computermiddelen moet worden erkend en ondersteund door een verkoper die aanbiedt de software op dergelijke geavanceerde technologieën te laten draaien en de klant in staat stelt daar ook de vruchten van te plukken.
Bovendien is de snelle evolutie van digitale technologieën niet alleen een kans om de prijs te verlagen, maar ook een kans om de software gebruiksvoorwaarden te vereenvoudigen. Enkele voorbeelden:
- Bedrijfssoftware en clouddiensten die op basis van 'seat' worden aangeboden, kunnen in de huidige manier van technologielevering en moderne kantooromgevingen niet eenduidig worden gekwantificeerd. Het concept dat een seat een fysieke computer op het bureau van een werknemer impliceert, is al lang vervangen door draagbare of zelfs virtuele eindgebruikersapparaten die niet langer betrekking hebben op één specifiek bureau van een werknemer. De kwantificering van een zitplaats is derhalve achterhaald.
- Software gebruiksvoorwaarden verwijzen vaak naar processorlicenties als indicator van traditionele fysieke on-premise werkbelasting. Als zodanig gaan zij voorbij aan de technologieën die meer geavanceerde niveaus van gevirtualiseerde werkbelasting creëren. Klanten en infrastructuuraanbieders zijn van fysieke rekenkracht overgestapt op virtuele rekenkracht en meer recentelijk op containers, terwijl de softwareleveranciers een steeds complexere licentieberekening maken om de vereiste rechten te verhogen. In principe heeft de software van de verkoper geen verband met de virtualisatie- en containertechnologie. Beide technologieën hebben betrekking op de kosten van rekenkracht, niet op functionaliteit en moeten daarom uit softwarecontracten worden geweerd.
Samen met de beginselen vier, vijf en zes bevestigt dit zevende beginsel dat er nog veel ruimte is om de gebruiksvoorwaarden van bedrijfssoftware en clouddiensten te vereenvoudigen en in te korten; de contractuele voorwaarden moeten de afnemers in staat stellen gebruik te maken van vooruitstrevende of innovatieve technologieën en gebruiksmodellen.