De vier prioriteiten uit het manifest zijn als volgt: 

1. Competentie: Het benadrukt het belang van digitale vaardigheden en kennis voor individuen en organisaties om te gedijen in de digitale wereld. O.a. wordt inzet gevraagd op het ontwikkelen van professionals die met digitale technologie om kunnen gaan en die kunnen ontwikkelen en om deze mensen te behouden voor Europa.
   
   
2. Zorgvuldigheid: Dit verwijst naar het verantwoordelijk omgaan met technologie, gegevens en privacy. Daarbij wordt aandacht gevraagd voor ontwikkelen van nieuwe technologieën die afhankelijkheid van buiten-Europese economieën vermindert en het vergroten van de eigen concurrentiekracht o.a. via innovatie en het voorkomen dat strategische technologie en de producenten daarvan in buiten-Europese handen komen. Ook het bevorderen van eerlijke marktwerking valt hieronder.
   
   
3. Waakzaamheid: Het manifest benadrukt het belang van het monitoren van digitale ontwikkelingen en het tijdig reageren op bedreigingen. Het omvat maatregelen voor de veiligheid van producten, diensten en processen en voor duurzaamheid.
   
   
4. Bestuur: Dit gaat over het creëren van een effectief en inclusief bestuurssysteem voor de digitale wereld. Hieronder valt het efficiënt implementeren van regelgeving in plaats van meer nieuwe regelgeving, het werken aan betere samenwerking tussen toezichthouders in lidstaten en tussen lidstaten en het eerlijk toewijzen van verantwoordelijkheden aan marktpartijen die de mogelijkheid hebben deze te effectueren. 

 In de raadsconclusies geeft de Europese Raad de volgende hoofdpunten mee: 

• Digitalisering is van belang voor betere kwaliteit van leven, economische groei en duurzaamheid. De digitale transformatie moet eerlijk verlopen en menselijke en democratische waarden bevorderen. 

• Digitale soevereiniteit en autonomie moet op een open manier worden gewaarborgd, niet door uitsluiting, maar door een op regels gebaseerde eerlijke internationale marktwerking. Wel moet daarbij worden voorkomen dat essentiële technologische kennis weglekt.  

• Er moet beter gecoördineerd worden, tussen lidstaten en tussen publieke en private actoren, om (financiering van) innovatie en de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologieën te bevorderen en toegang tot fondsen moet gemakkelijker worden. 

• De komende jaren moeten in het teken staan van effectieve en efficiënte implementatie van recent ontwikkelde regelgeving. Daarbij moeten regulering en innovatie in balans blijven en de administratieve last van toezicht minimaal. O.a. door meer in te zetten op geharmoniseerde standaarden en certificeringen. 

• Veiligheid moet beter worden, door security and resilience by design toe te passen en meer aandacht te hebben voor het aanpakken van kwetsbaarheden in digitale producten, diensten en processen.  

• Veiligheidsdiensten moeten in staat worden gesteld gebruik te maken van hun bevoegdheden in het digitale domein, waarbij rechten van burgers worden gerespecteerd. 

• Er is meer aandacht nodig voor het beschermen van infrastructuur tegen aanvallen. 

• Data moet op een veilige en interoperabele manier beter beschikbaar worden binnen de EU. 

• Digitaal bewustzijn, digitale vaardigheden en competenties moeten worden versterkt om iedereen mee te laten doen in de digitale wereld. Mensen met deze competenties moeten worden aangespoord om naar de EU te komen of hier te blijven om de concurrentiekracht van Europa te ondersteunen. Daarbij is extra aandacht nodig voor de digitale gender- en leeftijdskloof.  

• Sociale veiligheid moet aandacht blijven krijgen en de eventuele negatieve impact van digitalisering op samenleving, economie en milieu verdient aandacht. 

In grote lijnen komen de beide stukken dus overeen. Afwijkingen zitten vooral op de sociale impact van digitale technologie, die iets meer aandacht krijgt in de raadsconclusies. Het lijkt erop dat CIO’s gehoord worden en dat we de komende jaren beleid vanuit Brussel kunnen verwachten dat bijdraagt aan een digitale transformatie die ook het CIO-perspectief omvat. We blijven daarbij een vinger aan de pols houden en onze input leveren.